Hebben derden die mij verzorgen, bijv. familie of vrienden, ook recht op een vergoeding?
8 februari 2022
Indien u te maken heeft met letselschade en vanwege uw klachten aangewezen bent op hulp van derden, kan ook deze hulp in aanmerking komen voor schadevergoeding. Er zijn echter wel enkele eisen. Zo dient deze hulp noodzakelijk te zijn en moet het gaan om hulp waarvan het normaal en gebruikelijk is dat deze wordt geboden door professionele hulpverleners. Als deze hulp noodzakelijk is en niet wordt geboden door professionele hulpverleners maar door bijv. familie, vrienden of anderen, dient de aansprakelijke partij de kosten van deze hulp te vergoeden op grond van art. 6:107 BW (verplaatste schade).
Met andere woorden: ja, ook familie, vrienden of anderen die u deze hulp bieden kunnen aanspraak maken op een schadevergoeding. Van belang is dat de hulp noodzakelijk is en derhalve dus ook zal moeten worden vergoed door de aansprakelijke partij. Tevens is het zo dat dit soort hulp vaak ook kostenbesparing met zich meebrengt. Oftewel de kosten van professionele hulp worden uitgespaard omdat professionele hulp in bijna alle gevallen duurder is dan hulp door bijv. familie of vrienden. Kosten van schadebeperkende maatregelen zoals deze, komen dus in beginsel altijd in aanmerking voor vergoeding. Daarnaast is het ook zo dat de aansprakelijke partij en zijn verzekeraar er niet bepaald slechter van worden. Ze hebben er zelf voordeel bij.
Enkele voorbeelden van hulp door derden (verplaatste schade) bij letselschade:
HR 28 mei 1999, NJ 1999, 564 Johanna/Kruidhof
In deze zaak gaat hem om een op school ernstig verbrand meisje. Na een geruime tijd in het ziekenhuis te hebben gelegen en de nodige medische ingrepen, wordt het meisje vervolgens ook thuis verpleegd en verzorgd. De ouders van het meisje hadden deze noodzakelijke verpleging en verzorging geheel op zich genomen. De tijd die de ouders aan de verzorging en verpleging van hun dochter besteden, voeren zij vevolgens als schadepost op. De ouders hebben er dus voor gekozen om geen professionele hulp in te schakelen maar deze hulp zelf te bieden. De Hoge Raad zag in deze kwestie aanleiding om de schadepost van de ouders te accepteren. Met betrekking tot de schadeberekening werd een abstracte berekening aanvaard. Omdat een concrete schadeberekening niet goed mogelijk was, werd de schade zo goed mogelijk geschat.
Rechtbank Arnhem 29 augustus 2007, 149614, LJN BB3640
In deze zaak wordt met betrekking tot de schadepost huishoudelijke hulp beslist dat: een concrete schadeberekening zoals gebruikelijk is niet goed mogelijk en daarom wordt de schade zo goed mogelijk geschat. Eiseres (slachtoffer) had niet steeds de financiële middelen om de kosten voor huishoudelijke hulp te betalen. Dat doet er volgens de rechtbank niet toe. De rechtbank beslist dat het voldoende aannemelijk is dat de behoefte voor hulp er wel was. De schadepost wordt dan ook toegewezen.
Geabstraheerd wordt van de omstandigheid dat eiseres niet steeds daadwerkelijk kosten voor huishoudelijke hulp heeft gemaakt omdat zij de middelen daartoe niet steeds bezat. Dat die behoefte er is en was – mede gelet op de woonsituatie van eiseres, met een vaak afwezige partner en veel huisdieren – is tot op zekere hoogte voldoende aannemelijk.
Rechtbank ‘s-Hertogenbosch 9 april 2008, 110774/HA ZA 04-1156, LJN BC9828
Om de schade te kunnen berekenen dient vast te worden gesteld wat de omvang van de huishoudelijke hulp is en welk redelijk tarief daarvoor mag worden gerekend. De rechtbank oordeelt dat er in dit verband niet al te hoge eisen mogen worden gesteld door de aansprakelijk partij aan de onderbouwing hiervan.
ECLI:NL:GHARL:2014:181:
Op de vraag met welk uurtarief gerekend dient te worden, indien wordt gekozen voor voorziening door bijv. de partner, knoopt het hof aan bij de PGB-normen en begroot het uurtarief op bedrag van €25,-, dat het hof redelijk en billijk acht. (2014).